Pakket

Om vier uur ’s nachts word ik wakker van de deurbel die door de gangen kukelt en rinkelt als kletterde het hele firmament uit elkaar. De droom waarin ik verkeer weigert me los te laten en even denk ik dat ik tien jaar oud ben en bij een vriendje logeer en niet naar de WC durf omdat het huis zoveel donkere hoekjes kent. Het schelle geluid houdt aan en sleurt me langzaam door de stroop van de slaap het bed uit, door de koude gang naar het intercompaneel. Het is een bezorger van Scheiss Deliveries. Pakketje voor de heer […]. Zonder werkelijk te begrijpen wat er gaande is—en zonder er echt over na te denken—trek ik een trainingsbroek en mijn sloffen aan en strompel de zeven verdiepingen naar beneden door de betonnen holte van het trappenhuis. De lift is al maanden außer Betrieb. Hijgend probeer ik de gedachte te negeren dat er net zo goed een slimme inbreker voor de deur zou kunnen staan, of radicale evangelisten, of verveelde jongeren met metalen buizen en zilveren grijnzen.

Het is daadwerkelijk een bezorger, een zogenaamd “opgeruimde” vent met een brede neus en een slordig bloempotkapsel. Hij glimlacht vriendelijk en steekt een klembord in mijn gezicht. Ik zie dubbel en mijn handtekening lijkt tot leven te komen, krullen worden rookslierten, worden tentakels, worden de spookvingers van de duisternis. Ik weet een vraag te mompelen: waar haalt hij het lef vandaan op dit uur langs te komen?

‘Efficiencybeleid, meneer […],’ zegt hij, zo te zien ironieloos. ‘Het blijkt dat onze klanten midden in de nacht bijna altijd thuis zijn.’ Hij geeft me mijn pakketje en loopt fluitend weg. Ik blijf nog even staan en kijk hem na, uit nieuwsgierigheid of verbijstering. Dan begin ik aan de trage tocht terug naar bed.

Ik wil de mensheid zien branden.

~

Dit bericht is geplaatst in Nachtwandelingen met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.