Eerst komen mensen met hun goedige pogingen om – in klank, woord of kleur – de aarde verdraagbaar te maken, dan pas de natuur met haar nogal schrale troost.
—F.B. Hotz, “Tekens”
In de kern bekeken is chaos het enige waar alle kunst naar moet streven. Niet de chaos van het Niets, maar de chaos van het Alles. Als er ergens verstijfde normen en tradities zijn, moeten die doorbroken worden. Waar het vanzelfsprekende heerst, waar regels onzichtbaar zijn geworden en geïntegreerd zijn in een zelfregulerende, zelfreinigende, zelfcensurerende cultuur—daar moet iets drastisch en onverwachts gebeuren. De taal moet onberekenbaar zijn, rijk en energiek en zowel richtingloos als met een duidelijk doel: verandering, uitdaging, opruiing, profanaties gefluisterd in de dromen van kinderen. Dát is verbeelding, en dát is engagement. De verandering is noodzakelijk, de poriën van de normaliteit moeten gepenetreerd en uitgescheurd worden en chaos sijpelt langzaam van het onbekende in het gevestigde.
Alle kunst moet dus een aanslag zijn op onze menselijkheid, wat is anders het nut? Als de huidige utopie niet continu afgefikt wordt, hoe kunnen we dan streven naar de volgende? Kunst is dus altijd politiek (“Ethik und Ästhetik sind Eins”), en strijdt tegen beide vormen van utopisch denken: de conservatieve, pessimistische naïef-utopische vorm die zich op een denkbeeldig (en dus niet-recupereerbaar) verleden richt; en de progressieve, optimistische naïef-utopische vorm die zich een glorieuze toekomst voorstelt. De eerste is schadelijk en redundant, de tweede ongeloofwaardig en vaak even schadelijk. Het verschil is dat het progressieve utopisme noodzakelijk is. Het is cliché om Oscar Wilde er in alle mogelijke situaties aan de prachtige lokken bij te slepen, maar ach: “A map of the world that does not include Utopia is not worth even glancing at, for it leaves out the one country at which Humanity is always landing. And when Humanity lands there, it looks out, and, seeing a better country, sets sail. Progress is the realisation of Utopias” (The Soul of Man under Socialism).
En het zijn de kunsten die deze utopie helpen opbouwen en onmiddellijk weer afbreken, corrumperen, onmogelijk maken en een begin maken met de volgende. Door de reflectie op betekenisgevingsprocessen en waarheden wordt het Vanzelfsprekende op de pijnbank gestrekt en komt iedere Norm onder vuur te liggen—het is niet voor niets dat het verbieden of juist inbedden van de kunsten een belangrijk onderdeel van alle dictaturen is (Entartete Kunst, Sociaal Realisme, Culturele Revolutie, etc.).
Kunst biedt geen antwoorden, of zelden. Een van de doelen van kunst is niet het ophelderen maar het vertroebelen, niet de eenheid maar de pluriformiteit. Ieder echt antwoord zal nieuwe, paradoxale vragen postuleren, en eenduidige antwoorden zullen wellicht waardeloos blijken te zijn.
De schrijver is een bloemrijke parasiet, bloeiend in de knekelputten van het alledaagse lijden dat “het leven” wordt genoemd. Hij graaft zich in in de huid van de wereld en begint daar, giftige walmen uitslaand, alle geaccepteerde parameters van de ervaring te verteren. Goede literatuur is een heroriëntatie op wat het betekent om mens te zijn—in psychologisch, intersubjectief, politiek, maatschappelijk, ontologisch, epistemologisch, ethisch, religieus, spiritueel, institutioneel, esthetisch, kosmisch, biologisch-evolutionair, wilskrachtig, mythisch, historisch, hypothetisch of onmogelijk opzicht.
Dit is vervreemding, dit is ontwrichting: het verstoren van de dagelijkse gang van zaken, het weigeren verwachtingen te bevredigen. Het ontwrichten kan door kan smerigheid, door warrigheid—het onduidelijke niet toegelicht, niet onmiddellijk geïnterpreteerd en ongevaarlijk gemaakt, niet platgeslagen voor het überhaupt kan bloeien en rotten—, vrolijkheid, vervorming, godslastering of diepe duisternis.
En natuurlijk lachen, lachen, lachen, want lachen is het enige wapen dat nooit bot wordt.
Nog geen reacties, hoe bestaat het! Geweldig geschreven, Chris, wellicht zo verpletterend dat je lezers stilvallen?
Zit zo stevig in elkaar, leest als een wervelwind, super.
En heldere gedachtengang, je neemt me mee.
Aanslag op de normaliteit, het vanzelfsprekende op de pijnbank… Ja. Voortdurend. Herorientatie, ja, maar niet vernietiging van de menselijkheid, die is toch het doel, het streven. Dat schrijf je toch: engagement? ‘Humanity’?
Menselijkheid, mededogen. En lachen. Ja. Niet vanuit wreedheid – die ook dreigt wanneer je ontwrichtiging als middel zoekt – maar vanuit, soms pijnlijke, betrokkenheid.
Het doel is inderdaad niet de vernietiging van de menselijkheid, het menselijke, maar het aanvallen daarvan. Vanuit de gedachtegang van dit stuk wordt hiermee bedoelt dat we alleen weten wat menselijk is (of wat we willen dat menselijk is) als we het aanvallen. Het kennen bestaat door het twijfelen, in de (mentale) strijd ontdekken we wat belangrijk is en wat redundant. Het vanzelfsprekende, bijvoorbeeld, is per definitie slecht omdat het vanzelfsprekend is. Wellicht zijn de waarden die eraan verbonden worden zeer valide, maar dat ontdekken we enkel als we ze uitdagen, proberen ze af te breken. Dan komen we er pas achter of we ze weer op willen bouwen.
Erg goeie tekst, volledig mee eens.
Dank je wel
Ja, anders kijken(voortdurend) naar de dingen en durven handelen ernaar verbeelding plaats geven in het bestaan en groeien naar humaniteit….knap geschreven….